Op bezoek bij Nox’ Spellenzolder

Tien jaar geleden besloot Bastiaan Nox een filmpje op te nemen en op YouTube te plaatsen. Hij had al verschillende keren min of meer vergeefs gezocht naar filmpjes met speluitleg. Daarop besloot hij de stoute schoenen aan te trekken en er zelf een te maken. En ja, stiekem hoopte hij dat het ook een keertje een spel op zou leveren.

Bij het allereerste filmpje, waarin hij Family Business van Mayfair Games uitlegt, stond hem al voor ogen dat het vooral om de spelregels zou gaan. Doel was dat kijkers het spel direct na het bekijken zouden kunnen spelen. Bastiaan: “Als ik een spel een keer gespeeld heb, kan ik het over het algemeen wel duidelijk uitleggen. En getuige de reacties, wordt mijn manier van uitleggen gewaardeerd.” Uiteraard begint hij met een introductie (de zin ‘Welkom bij Nox’ Spellenzolder – leuk dat jullie weer kijken’ heeft hij duizenden malen uitgesproken), gevolgd door een korte blik op het spelmateriaal, de uitleg en aansluitend zijn mening over het spel. Dat stramien werd bij Family Business gevolgd en dat stramien wordt tien jaar later nog steeds gevolgd.

Op dat eerste filmpje kreeg hij leuke reacties, en ook wat aangeschreven uitgevers reageerden positief. Hij bleek een vacuüm op te vullen en het motiveerde natuurlijk dat Ravensburger en The Game Master hem inderdaad spellen opstuurden. Zo is deze hobby gegroeid, en tijdens het vertellen wordt uit de steeds terugkerende pretoogjes van Bastiaan overduidelijk dat het nog immer als een hobby voelt. “Zeker! Ik doe dit omdat ik het leuk vind, en zolang het leuk is. Nog altijd in dezelfde frequentie, en alleen als ik zin en tijd heb.” Deze Op bezoek bij heeft zeker een filmpje gekost: “Vanochtend was ik wat filmpjes aan het maken, straks ga ik ze afmaken.”

Inmiddels is er wel het een en ander veranderd. Met meer dan 2200 filmpjes achter de kiezen heeft hij natuurlijk waanzinnig veel ervaring opgedaan. Waar zijn eerste filmpje hem uren kostte om alles in elkaar te zetten, heeft hij nu met de filters, bumpers (‘hoofdstuk-animaties’) en ingeregelde apparatuur een geoliede machine opgebouwd. “Ik maak zo’n 230 filmpjes per jaar van gemiddeld twintig tot vijfentwintig minuten. Zo’n filmpje kost me twee keer de tijd aan opnames en daarna nog twee keer de tijd aan monteren, dus zo’n tachtig tot honderd minuten. In de loop der tijd zijn de cuts subtieler geworden. De vaste structuur helpt.”

Ook wat zijn netwerk betreft is er het een en ander veranderd. “De omslag kwam tijdens Spellenspektakel 2012, toen de beurs weer terugkwam in Eindhoven. Frank Bunnik was de man achter de doorstart en had mij gevraagd om de verslaglegging te doen. Daardoor kwam ik ineens met iedereen in contact.” Overigens zit in dat soort verslaglegging nog steeds waanzinnig veel werk: “Eén minuut van een beursfilm kost me één uur.” Daar heeft hij ook speciale apparatuur voor nodig, met een externe recorder om de juiste geluiden op te nemen en andere uit te filteren.

Deze stappen hebben zeker bijgedragen aan zijn bekendheid. Lachend: “Nu ben ik de Tom Vasel van Nederland.” En daarmee weten niet alleen Nederlandstalige uitgevers hem te vinden, maar vanuit heel Europa komen uitgevers met hem in contact. “Vanuit Polen, Italië en Hongarije zijn er uitgevers die mij vragen om filmpjes op te nemen. Sommige stemmen goed en ruim op tijd af hoe ik een filmpje aan kan leveren voor een Kickstartercampagne. Zo houden we het leuk. Het kost de uitgevers niets, maar ik laat me niet pressen.”

In de tussentijd is zijn spellenkast tot de nok gevuld. Het verschil kun je duidelijk zien als je de eerste met de laatste filmpjes vergelijkt. En nu? “De kast bevat zo’n 750 verschillende spellen. Met uitbreidingen erbij zo’n 1250 titels. Dat is genoeg. Als ik elke dag een spel speel, kan ik twee jaar vooruit.” Met een flinke glimlach: “En dan moet ik er in de tussentijd niet nog wat bijkrijgen … Bovendien heb ik nog een werkvoorraad. Spellen waar ik nog een filmpje van op moet nemen. Ik heb twee tafels, eentje met de gespeelde spellen en eentje met de spellen die ik nog moet spelen. Dat zijn in totaal ook nog zo’n veertig spellen. Tja, voor veel mensen is dat natuurlijk alleen al een behoorlijke spellenverzameling. Maar voor elk spel dat ik daarvan wil houden, moet ik dus eerst ruimte in mijn kast maken.” Achter een gordijn toont Bastiaan me een paar kratten met spellen die niet meer voldoen. “Inmiddels heb ik geen zesjes meer. Ik moet soms harde keuzes maken. Ik kijk naar genre, type en doelgroep. En als ik dan een spel wil houden, dan moet zo’n ander spel het veld ruimen. Bij sommige spellen heb ik wel bijzondere herinneringen. Een Eufraat en Tigris heb ik misschien vijf jaar geleden voor het laatst gespeeld. Maar dat vind ik dus echt te goed om weg te doen. En Runebound 2nd Edition houd ik juist meer vanwege de nostalgie.” Die staan overigens een verdieping lager, in de kamer die helemaal ingericht is voor zijn avonturen met Dungeons & Dragons. En dat is ook een spel vol met herinneringen, vertelt Bastiaan.

De kamer is fantastisch ingericht. Een ruime tafel, met aan één hoofdeinde duidelijk de plek voor de Dungeon Master. Achter een breed spelleidersscherm, waaraan de wapens van de spelers hangen, liggen fraaie attributen, vele dobbelstenen en een groot, perkamentachtig boek. Daarin staan de avonturen, die Bastiaan optekent. Zelfs in letterlijke zin, want hij maakt er mooie illustraties bij. “Dat boek levert uiteindelijk een mooie herinnering op aan heel wat avonturen. En weet je? Welke spellen herinner jij je nog? Een spel als Caylus, nu weer nieuw uitgebracht als Caylus 1303, heeft een heel pakkend mechanisme. Erg leuk om te spelen, maar het laat geen herinnering achter. En dat geldt voor een heleboel spellen. Dat is zo leuk aan bijvoorbeeld Robinson Crusoe, daar heb ik echt iets beleefd in de afzonderlijke potjes. Dat weet ik nu nog. En bij Dungeons & Dragons is dat nog veel sterker. In een campagne werd een speler ineens door een roverbende het mes op de keel gezet om de groep te chanteren. Voordat iemand precies doorhad wat er gebeurde, besloot een ander zijn zwaard in de richting van de rover te gooien. De dobbelworp leverde als resultaat op dat het zwaard precies tussen de ogen terechtkwam, alleen helaas bij de gegijzelde. Tot grote verbazing van de hele groep. ‘Ben ik nu dood?’ ‘Eh, ja.’ ‘Maar … heb ik hem dan doodgegooid?’ ‘Ja.’ ‘Maar … eh … hè?’ Uiteindelijk moesten er natuurlijk twee nieuwe karakters komen, want de ene was dood en de ander werd echt niet meer vertrouwd door de rest. Dat vergeet echt niemand meer – al zou die ene speler dat natuurlijk liever anders zien … Alle bijeenkomsten leveren verhalen op, die we samen geschreven hebben en beleefd!”

Zijn oog voor detail en sfeer is trouwens op veel plaatsen aanwezig. Veel attributen heeft hij in een map en liggen op tafel uitgestald, als spelers iets krijgen gebruikt hij stoffen buidels waarin hij de munten, edelstenen of andere voorwerpen stopt en de verlichting kan gedimd worden en straalt uit toortsen, een wagenwiel en zelfs uit een in de kastdeur ingebouwde haard. Voor het geluid heeft hij een achtergrondinstallatie en, jawel, een tafelluidsprekertje om eventuele gebeurtenissen extra effect te geven. Dat hij handig is, bewijst de bar die hij uit een ruwe plank heeft vervaardigd en de deur die hij voorzien heeft van een enorm radarwerk!Zijn oog voor detail en sfeer is trouwens op veel plaatsen aanwezig. Veel attributen heeft hij in een map en liggen op tafel uitgestald, als spelers iets krijgen gebruikt hij stoffen buidels waarin hij de munten, edelstenen of andere voorwerpen stopt en de verlichting kan gedimd worden en straalt uit toortsen, een wagenwiel en zelfs uit een in de kastdeur ingebouwde haard. Voor het geluid heeft hij een achtergrondinstallatie en, jawel, een tafelluidsprekertje om eventuele gebeurtenissen extra effect te geven. Dat hij handig is, bewijst de bar die hij uit een ruwe plank heeft vervaardigd en de deur die hij voorzien heeft van een enorm radarwerk!